Architectuur van welzijn en onderwijs

De voornaamste instellingen van openbaar welzijn zijn die welke faciliteiten verschaffen voor onderwijs, gezondheid, openbare veiligheid en nutsvoorzieningen. Sommige van deze functies worden vervuld door de kerk en de staat, maar aangezien hun karakter niet in wezen religieus of politiek is, kunnen zij onafhankelijke architectonische oplossingen vereisen, vooral in stedelijke omgevingen. Een consequente typologie van deze architectuur kan echter niet door de geschiedenis heen worden vastgesteld, omdat de aanvaarding van de verantwoordelijkheid voor het welzijn van de gemeenschap in elk sociaal systeem in mate verschilt.

Gebouwen voor specifieke doeleinden van openbaar welzijn werden in de oudheid en in de vroege Middeleeuwen zelden noodzakelijk geacht. Maar in het oude Griekenland werden gezondheidsvoorzieningen opgenomen in de voorhoven van Asclepius, de god van de genezing, en in het Oosten in boeddhistische voorhoven. De Romeinen ontwikkelden een hoogontwikkeld systeem van watervoorziening en riolering, waarvan hun monumentale aquaducten een indrukwekkend overblijfsel zijn.

In de latere Middeleeuwen begonnen zich consistente vormen af te tekenen. Met de scheiding van de universiteit uit een zuiver religieuze context ontwikkelde zich een concept van planning (met name in Oxford, Cambridge en Parijs) dat nog steeds van invloed is op de onderwijsarchitectuur. Als grote zalen ontworpen ziekenhuizen werden opgericht als aanhangsel van kerken, kloosters en kloosters (Hôtel-Dieu, Beaune, Frankrijk) en wonnen architectonische onafhankelijkheid in de Renaissance (Ospedale degli Innocenti, Florence). Oude en middeleeuwse gevangenissen en wachthuizen werden af en toe geïsoleerd van militaire architectuur (bijvoorbeeld Tower of London; Bargello in Florence), maar de gevangenis werd pas een belangrijk architectonisch type aan het eind van de 18e en 19e eeuw (bijvoorbeeld George Dance’s Newgate Prison, Londen; Henry Hobson Richardson’s Allegheny County Jail, Pittsburgh).

De uitbreiding van onderwijs- en gezondheidsvoorzieningen die in de 19e eeuw begon, creëerde een wijdverspreide en voortdurend groeiende behoefte aan gespecialiseerde architectonische oplossingen. Scholen, van de kleuterschool tot de universiteit, vereisen nu niet alleen bijzondere oplossingen op alle niveaus, maar structuren voor een verscheidenheid van doeleinden binnen elk niveau; geavanceerd onderwijs vereist gebouwen voor wetenschappelijk onderzoek, opleiding voor beroepen en ambachten, recreatie, gezondheid, huisvesting, religieuze instellingen, en andere doeleinden. De meeste landen van de westerse wereld hebben onderwijsarchitectuur van de hoogste kwaliteit voortgebracht; dit architectuurtype is belangrijker dan in enig vorig tijdperk.

You Might Also Like

Back to top